Zonder onderwijskwaliteit geen studiesucces

In het boek Studiesucces door Onderwijskwaliteit doen vier onderwijskundigen uit de doeken hoe opleidingen de kwaliteit van onderwijs kunnen verhogen. ScienceGuide sprak met auteur Janke Cohen-Schotanus over toetsing, rendementsdenken en het bsa (bindend studieadvies).

zie:  https://www.scienceguide.nl/2020/01/als-je-constateert-dat-het-studenten-niet-lukt-dan-moet-je-eerst-kijken-ligt-dat-aan-ons/

Voorwaarde voor onderwijskwaliteit is wat de auteurs van het boek constructive alignment noemen: de afstemming van leerdoelen, onderwijsvormen en toetsing. Een bondige samenvatting van de kerngedachten uit het artikel:

Toetsinstrumenten zijn niet feilloos

Zonder het bestuderen van rendementen zou Cohen-Schotanus bovendien nooit tot de methode zijn gekomen waarmee ze internationale bekendheid verwierf: de cesuurbepaling van Cohen. Die houdt in dat bij meerkeuzetentamens op een andere manier de grens – cesuur – tussen voldoende en onvoldoende wordt bepaald.

De cesuurmethode Cohen-Schotanus

Bij de methode Cohen-Schotanus bepaal je vooraf een absolute cesuur. Normaal gesproken krijgt een kandidaat de maximale score (een 10) als hij de (theoretisch) hoogst haalbare score heeft behaald (100% van de punten). De methode van Cohen-Schotanus gaat er echter vanuit dat de score van de beste (vijf of tien) student(en) de hoogst haalbare score is. De cesuur wordt vervolgens berekend aan de hand van die hoogste haalbare score.

zie: https://blog.sbo.nl/onderwijs/combinatie-van-de-relatieve-en-de-absolute-cesuur/

Zakken is niet normaal

Cohen-Schotanus vindt dat zakken veel te normaal wordt gevonden. “Wij faciliteren het zakken heel erg in Nederland. Wij gaan er van tevoren al vanuit dat er gezakt wordt. Veel docenten vinden het heel normaal dat meer dan de helft van een jaarklas het niet haalt.

Docenten en opleidingen zien een hoog percentage gezakte studenten waarschijnlijk als een teken dat ze een hoge standaard hanteren. “Je moet ook wel heel duidelijk zijn dat je hoge eisen stelt, maar er moet ook voor gewerkt worden. En dat werken moet je stimuleren en uitdagen. Als je constateert dat het je studenten niet lukt, dan moet je eerst kijken: ligt dat aan ons?”

Opleidingen zijn verantwoordelijk

De paradox is dat je zelfstandigheid van studenten moet aanleren, structureren. Zelfstandig word je niet zomaar. Je moet studenten bij de hand nemen. Ze moeten leren hoe je moet studeren, dat je regelmatig moet studeren. Je hebt als opleiding concurrentie met andere activiteiten van studenten.