J.R. Nuttin

Een spiritualistische theorie over de persoonlijkheid

 Woord vooraf

Tijdens de voorbereiding van het bericht over de betekenis van Jean Piaget voor de cognitieve psychologie (zie: https://www.interactum.be/jean-piaget-knowledge-is-a-process-of-discovery/) vonden we een boeiend artikel van prof. Nuttin. Hij vindt het werk van de Zwitserse psycholoog “imponerend door de innerlijke cohaesie van zijn bouw en de brede experimentele basis”.  Zie: Nuttin, J. (1950), Psycho-genese van de denkactiviteit volgens Piaget. Tijdschrift voor Philosophie, 12(1), 134-146. In ‘Théorie de la motivation humaine’ (1984, 2e edition) gaat Nuttin zelf in op gelijkenissen en verschillen tussen zijn motivatietheorie en de theorie van Piaget.

We merkten een parallel op tussen de concepten accommodatie en assimilatie in de cognitieve ontwikkeling volgens Piaget en op dynamisch vlak tussen de behoefte aan contact en de behoefte aan zelfhandhaving zoals omschreven door Nuttin in zijn theorie over de menselijke persoonlijkheid. Daarom gingen we ons herbronnen in enkele publicaties van J.R. Nuttin die we tijdens onze opleiding aan de K.U. Leuven bestudeerden en brengen hier een beknopte inleiding tot zijn motivatietheorie die thans, jammer genoeg, minder bekendheid heeft dan verdient. Gelukkig is het vertaalde werk o.a. nog beschikbaar bij Amazon: J. Nuttin (1975), Psychoanalysis and Personality: A dynamic Theory of Normal Personality. Greenwood Press, Westport, 310 p.  De Franstalige publicatie ‘Théorie de la motivation humaine’ kende meerdere edities en is eveneens wijd verspreid. Het is wel de finale versie van de motivatietheorie die Nuttin ontwikkelde. Zelfs pdf versies van beide boeken circuleren op het internet…

 Korte biografie

Jozef Remi Nuttin (1909 – 1988) werd geboren in het West-Vlaamse Zwevegem. Na de humaniora studies in Poperinge kwam hij naar Leuven om wijsbegeerte te studeren en experimentele psychologie bij prof. Albert Michotte (oprichter in 1923 van de School voor toegepaste Pedagogie en Psychologie). Na zijn licentie studies onderbrak hij voorlopig zijn studies in Leuven en ging theologie studeren in het groot-seminarie in Brugge om priester te worden.  Na zijn priesterwijding in 1938 keerde hij terug naar het laboratorium van Michotte voor een nieuw onderzoeksproject in het gebied van de leerpsychologie.  In 1941 promoveerde Nuttin met een doctoraat getiteld ‘De wet van het effect en de rol van de taak in het leerproces’. Dit onderzoekswerk zou één van de belangrijkste bronnen worden voor zijn hele verdere werk. Later ontstond zijn dynamische theorie van de menselijke persoonlijkheid. Daarin benadrukt hij de interactie tussen motivationele en cognitieve processen: motivaties doen zich enkel voor als concrete plannen, projecten en taken. Deze taken en plannen doen tevens het belang van het tijdsperspectief in de studie van het menselijk gedrag naar voren komen. Nuttin publiceerde uitgebreid over deze thema’s. Hij is de auteur van ongeveer 15 boeken in het Nederlands, Frans of Engels. Veel van deze werken zijn vertaald in het Duits, Italiaans, Portugees, Spaans, Pools, Japans en Russisch. Daarnaast publiceerde hij een indrukwekkend groot aantal hoofdstukken in boeken en artikelen in nationale en internationale tijdschriften.

Nuttin was ook een innovator, een organisator en een manager. Lokaal ontwierp hij de eerste volledige psychologieopleiding in België (1944) en werd hij de eerste decaan van de onafhankelijke Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (1968). Hij bouwde het Leuvens Psychologisch Instituut (1952 en 1974) en richtte het Centrum voor Studentenbegeleiding op (1953). Nationaal was hij medeoprichter van de Belgische Psychologische Vereniging en haar tijdschrift ‘Psychologica Belgica’ (1954). Op het internationale forum speelde hij een zeer actieve rol bij de organisatie van het International Congres for Psychology, georganiseerd door de International Union of Psychological Science, waarvan hij in 1972 president werd.

Op de website van de K.U. Leuven is een webpagina beschikbaar over het Fonds Kanunnik Joseph R. Nuttin. Sinds 2015 is er geen update van de informatie… We citeren uit de biografie op deze webpagina:

“Joseph Nuttin is now a man of the past, but he was a man of the future. A few years before his death in 1988, he decided to donate a portion of his savings towards the promotion of basic research in psychology through the creation of a special fund. More than anything this donation testifies to Joseph Nuttin’s lifelong commitment to the future of basic research in psychology at Leuven, his most cherished child.”

Bronnen:

C.C. De Keyser,  Prof. J.R. Nuttin. Een bio-bibliografische schets. In: Gedrag, dynamische relatie en betekeniswereld. Liber Amicorum Prof. J.R. Nuttin. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1980, 9-55 .

https://ppw.kuleuven.be/english/faculty/jrnuttin/biography

Dynamische theorie van de persoonlijkheid

Nuttin’s motivatietheorie is gebaseerd op een continue relatie tussen het organisme, dat als een open systeem wordt beschouwd, en het milieu. Zoals alle organismen zijn ook mensen voortdurend op zoek naar het realiseren van een evenwicht door het vestigen, onderhouden of wijzigen van hun relatie met hun omgeving. zie:  http://lesmotivations.net/spip.php?article60

De fundamentele behoeften zijn grondtypes van interactie tussen organisme en milieu zonder dewelke de totale mens niet op een fysiologisch en psychologisch gezonde wijze kan functioneren. De menselijke persoon wordt opgevat als een organisme, als sociaal individu en als geestelijk wezen. Dit zijn de drie niveaus: biologisch, sociaal en spiritueel zoals aangegeven in figuur 1.  Op deze niveaus kunnen analoge types van interacties teruggevonden worden in de meest verschillende vormen van het menselijk handelen. Het betreft de behoefte of drang naar behoud en ontplooiing (zelfhandhaving) van het individu en de drang naar contact en interactie. Deze abstracte dynamiek wordt gezien als een proces waarin de behoeften worden omgezet in doelen die op zich alleen zin hebben in het kader van een project. In deze relationele motivatietheorie heeft elke activiteit een doel.

 Figuur 1 Dynamische structuur van de persoonlijkheid volgens J.Nuttin (schema © A.J. Verkens)

1.De behoefte aan levensontplooiing en contact op biologisch niveau

  • Behoud en ontplooiing van de biologische individualiteit

Het organisme wil een homeostasis verzekeren en het leven beschermen. Het organisme realiseert een evenwicht van zijn inwendig milieu tegenover het externe milieu door een geheel van processen.

  • Biologische interactie met het milieu

Levenskrachtig bestaan en ontplooiing van zichzelf betekent voortdurend uitwisselen, assimileren en reageren van het levend wezen op zijn levensmilieu.

2.Persoonlijkheidsontplooiing en behoefte aan sociaal-psychologisch contact

  • Iemand zijn op sociaal niveau

Om iemand te kunnen zijn tussen de anderen voelt de mens de behoefte aan een zekere zelf-bepaling. Een ander aspect van diezelfde behoefte tot zelfhandhaving en -ontplooiing is een streven om ‘trouw te blijven’ aan zichzelf: een behoefte aan innerlijke consistentie.

  • Behoefte aan contact met anderen

De mens heeft naast de drang tot handhaving van de eigen psychische individualiteit ook psychisch behoefte aan anderen. De persoon heeft een innerlijke behoefte aan aansluiting, aan psychische aanleuning en overgave van zichzelf, of aan contact in de meer actieve vorm van zich ‘toewijden aan’ of ‘werken voor’ iemand.

3.De behoefte aan spirituele of existentiële handhaving en universele integratie

  • Drang naar voortbestaan en zichzelf blijven

De behoefte aan existentiële en intellectuele ontplooiing zal bij de mens zeer verschillende vormen aannemen. De mens voelt de behoefte om zich in het ‘zijn’ te handhaven en te ontplooien en om tevens als een bewust mens zichzelf te zijn; zichzelf te begrijpen in zijn bestaan.

  • Integratie in het universum

De behoefte aan contact op het transcendente niveau uit zich als een behoefte om zich geïntegreerd te weten en te voelen in de absolute orde van het bestaan.

Verstrengeling van de behoeften

Typerend voor de motivatietheorie van Nuttin is zijn visie op de verstrengeling van de behoeften in tegenstelling tot andere theorieën die een hiërarchisch model van de behoeften voorstellen zoals Maslow. Zie: A.H. Maslow (1974), Motivatie en persoonlijkheid. Lemniscaat, Rotterdam, 463 p. (tweede druk)

  • De behoefte aan wisselwerking en contact met de behoefte tot handhaving en ontplooiing van zichzelf zijn onafscheidelijk met elkaar verweven. (zie figuur 1: Dynamisme naar evenwicht)
  • Lagere vormen van behoeften zitten samen met de hogere in eenzelfde activiteit door elkaar verweven omdat ze uitingen zijn van eenzelfde gronddynamisme dat verschillende niveaus van het psychisch leven bij de mens doordringt.
  • De verschillende vormen van de behoefte tot zelfrealisatie en de behoefte aan contact zijn fundamentele eigenschappen die behoren bij de zijnswijze van de menselijke persoon. Nuttin verwijst naar de filosofie als basis voor deze stellingname dat het eindig wezen essentieel dynamisch is door het ‘behoeftig’ verband van het eindige wezen met ‘het andere’ en het Absolute Zijn.
  • In figuur 1 hebben we een bipolariteit toegevoegd tussen zelfrealisatie en zelfdestructie of een verlangen naar zelfvernietiging. Volgens Nuttin kan deze drang ook worden geïnterpreteerd als een tendens tot zelfontplooiing, als een verlangen om een einde te maken aan onvolmaakte bestaansvormen. Het is het verlangen om een stabieler en voller bestaan te genieten, het verlangen om deel te hebben aan het Zijn zonder meer.

Tijdsperspectief

Aansluitend bij de publicaties over de motivatietheorie bracht Nuttin een supplement over tijdsperspectief. Volgens hem wordt de dynamiek van het menselijk gedrag mede bepaald door de interactie met hogere cognitieve processen waarbij plannen en doelen worden gecreëerd voor de toekomst. De rol van toekomstperspectief in het menselijk gedrag en de integratie van deze dimensie in de studie van de menselijke motivatie is een bijzondere karakteristiek in Nuttin’s visie. zie: Nuttin, J. & Lens, W. (1985), Future Time Perspective and motivation: Theory and research method. Psychology Press, Leuven University Press.

Het belang van deze benadering is i.h.b. aan de orde in situaties van crisisbeheer zoals de covid pandemie.

“Research on time perspective and future orientation is critical to 
understand how people are coping with this pandemic, especially
among populations for which future aspirations are most salient.
That is, for young people, individuals from low socioeconomic
backgrounds, minorities, and immigrants, the pandemic and its
myriad secondary stressors may powerfully shape their psychological
responses and have an immediate, acute impact on their futures.”
“Undermining people’s positive illusions about the future can 
similarly wreak havoc on mental health. Philosophers and psychologists
have long viewed having a future orientation as essential for
well-being and morale (see Heidegger, 1962; Nuttin, 1985), especially
in the context of coping with adversity (Lewin, 1942; Melges,1982).”

Zie: Holman, E. A., & Grisham, E. L. (2020). When time falls apart: The public health implications of distorted time perception in the age of COVID-19. Psychological Trauma: Theory, Research, Practice, and Policy, 12(S1), S63-S65. http://dx.doi.org/10.1037/tra0000756


Bronnen

Nuttin, J. (1968), Psychoanalyse en persoonlijkheid. Studia Psychologica, Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij, Antwerpen, 407 p. (zesde herziene uitgave) 

Nuttin, J. (1968), La structure de la personnalité. Presses Universitaires de France, Paris, 269 p. (2e édition)

Nuttin, J. (1968), La Motivation. In: J. Nuttin, P. Fraisse, R. Meili, Traité de Psychologie Expérimentale V. Presses Universitaires de France, Paris, p.1-80. (2e édition)

Nuttin, J. (1996), Théorie de la motivation humaine. Presses Universitaires de France, Paris, 384 p. (4e édition) . Nederlandse vertaling van de eerste editie: Nuttin, J. (1981), De menselijke motivatie. Van behoefte tot gedragsproject. Van Loghum Slaterus, Deventer, 324 p.

Schultz, D. & Schultz, S. E. (2017). Theories of personality. Cengage Learning, Boston, 496 p. (11th edition)

https://rameliaz.github.io/files/course-materials/Theories%20of%20Personality.pdf

Corr, P.J. & Matthews, G. (2020), The Cambridge Handbook of Personality Psychology. Cambridge University Press, 566 p. (second edition)

Eerste editie: https://www.researchgate.net/publication/228079787_The_Cambridge_Handbook_of_Personality_Psychology