Gevoeligheid voor zintuigelijke prikkels

In de huidige maatschappij staan kinderen bloot aan enorm veel prikkels. Smartphone, TV, internet en een drukke agenda zorgen ervoor dat er voortdurend nieuwe prikkels binnen komen. Alle mogelijkheden en bezigheden die kinderen aangeboden krijgen, dragen bij aan dagen voortdurend gevuld met prikkels. Zie: https://www.opvoedadvies.nl/prikkelgevoelig.htm

In het tijdschrift ‘Het Jonge Kind’ van 16/04/2020 vind je een boeiend artikel van Jaimy van Broekhoven over zintuigelijke prikkelverwerking. We vatten bondig samen.

Zie: https://www.hjk-online.nl/sociaal-emotioneel/omgaan-met-prikkels/

Zintuiglijke prikkelverwerking is een begrip dat steeds meer voorkomt als het gaat om onderwijs aan jonge leerlingen. Met dit begrip wordt het proces bedoeld waarbij een leerling via de zintuigen prikkels binnenkrijgt, deze prikkels in de hersenen verwerkt om vervolgens een handeling aan te sturen (De Hoog, Stultiens-Houben, & Van der Heijden, 2012).

Leerlingen ervaren prikkels door alle zeven zintuigen. Vijf van de zeven zintuigen kan iedereen opnoemen, dat zijn: zicht, gehoor, reuk, smaak, voelen (tast). Naast deze vijf zintuigen zijn er nog twee zintuigen te benoemen, beweging (proprioceptief) en evenwicht (vestibulair). Hierbij verstaan we onder bewegen (proprioceptief), alles waarbij er druk ontstaat in de spieren, pezen en gewrichten waardoor een leerling zijn lichaam voelt.

Bij een probleem in de zintuigelijke prikkelverwerking hebben leerlingen moeite met het ervaren, onderscheiden, combineren en betekenis verlenen aan deze prikkels (Van Lieshout & Van Deth, 2018).

Binnen de zintuigelijke prikkelverwerking zijn volgens Thoonsen en Lamp (2019) drie verschillende leerlingen te onderscheiden; de leerling met een neutrale zintuigelijke prikkelverwerking, de onderprikkelde leerling bij wie weinig prikkels binnenkomen en de overprikkelde leerling bij wie heel veel prikkels binnenkomen. Naast deze driedeling kan er bij de onderprikkelde en de overprikkelde leerling gesproken worden over een actieve en een passieve houding. Onder een actieve houding wordt verstaan dat een leerling zelf op zoek gaat naar prikkels of deze door een zelfbedachte actie buitensluit. Dit kun je als leerkracht herkennen aan bijvoorbeeld het wiebelen op een stoel om prikkels te zoeken, of de handen over de oren te leggen waardoor prikkels worden buitengesloten. Bij een passieve leerling zie je niets, deze leerling doet niets om prikkels op te zoeken of juist buiten te sluiten. Hierbij is het lastige dat je als leerkracht weinig aan de leerling ziet, maar er intern wel veel gebeurt. Met de leerling praten en samen, in een gestructureerde, rustige omgeving zelf laten oefenen met prikkels kan deze leerlingen helpen bij de prikkelverwerking.

Prikkelarme omgeving
Volgens De Hoog, Stultiens-Houben en Van der Heijden (2012) kan een leerkracht het beste werken vanuit een opgeruimde, prikkelarme omgeving waar de leerlingen die gevoelig zijn voor prikkels en prikkels vermijden zich veilig voelen. Vervolgens kan de leerkracht gaan zoeken naar aanpassingen voor leerlingen die meer prikkels nodig hebben.

Literatuur

  • Hoog, R. de, Stultiens-Houben, S., & Heijden, S. van der (2012). Prikkels in de groep! Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
  • Lieshout, T. van & Deth, R. van (2018). Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Houten: Bohn, Stafleu van Loghum.
  • Stultiens-Houben, S., Hoog, R. de, & Heijden, S. van der (2014). Autisme en een sensorisch waardevolle omgeving. Autisme Centraal, 2014 (2), 4-8.
  • Thoonsen, M. & Lamp, C. (2019). Wiebelen en friemlen in de klas. Over de invloed van zintuiglijke prikkelverwerking op leren. Huizen: Pica.